InleidingDeze week de vierde week dat er getraind gaat worden in een topgroep en een normale groep. De topgroep houdt zich gedurende een uur bezig met de bovenste zijde van de afbeelding (oefening rood, zwart en oranje). Aan te raden is om met oefening rood te beginnen. De normale groep zal actief zijn in oefening geel, blauw en oranje. Elke oefening duurt ongeveer 15 min. Oefening roodDeze oefening begint heel statisch. Dus, van pion naar pion passen (de passlijn volgen). Bij elke pion staat één speler. De speler bij de laatste pion tikt de bal uiteindelijk binnen (voorkeur met een tip-in). Na 7-8 min wordt de oefening iets dynamischer. Dit betekent: Speler 1 past vanaf pion 1 naar speler 2 bij pion 2. Speler 2 past nu naar pion 3, waar de speler bij de vierde pion naartoe komt. Deze neemt de bal aan en speelt z.s.m. door op speler 1, die is doorgelopen vanaf pion 1 naar pion 4. Die tikt de bal vervolgens in de goal.Oefening zwartDe eerste speler drijft met de bal links of rechts om de pionnenrij en speelt daarna direct een diagonale pass naar de kop van de cirkel (bij beide pionnen staat een speler). Deze kaatst de bal richting de strafbalstip, waar een derde speler staat om de bal aan te nemen en af te ronden. Oefening oranjeDe eerste speler maakt een versnellende beweging naar links, dan naar rechts, kort naar links, kort door de pionnen heen en geeft dan een harde voorzet die de tweede speler hoog in tipt. Zorg ervoor dat ze bij elke beweging een versnelling maken. Dat is het belangrijkste in deze oefening (op de tip-in na). Oefening geelPartijtje; 2 teams - 2 goals per teampje + 1 vak in het midden. Je kan alleen scoren door te drijven. Scoor je in één van de goals in de hoek krijg je 2 punten, scoor je in het vak (elke zijkant telt) krijgt je team 1 punt. Wil je meerdere keren scoren in het vak moet je eerst uit het vak gaan voordat je weer kan scoren. Oefening blauwEén team staat links en het andere team staat rechts van de trainer. Je rolt/legt/gooit een bal in het midden en roept tegelijkertijd hoeveel er van elk team mag spelen. Dus: '1 tegen 1' of '2 tegen 3'. Het doel is om z.s.m. te scoren. De trainer kan tijdens een spel ook een extra speler aan tikken die nog meedoen met het spel. Om aangetikt te worden moet je als team dus goed opschuiven richting de trainer. Maak er een totaal wedstrijdje van door bijv. tot de 10 te spelen. Doe deze oefening iets langer dan de andere oefeningen. Oefening groenMaak tweetallen; elk tweetal heeft een ruit van 4 pionnen. Iedere pion heeft een nummer (1 tot 4). Eén van de twee staat buiten het vak, de ander erin. De speler buiten het vak roept steeds een getal, de speler in het vak drijft met de bal naar die pion. Doe dit steeds 30 sec per keer. Daarna wisselen. Na 7-8 min maak je het uitdagende door de speler buiten het vak tussendoor steeds een bal te laten passen. Deze moet de speler in het vak aannemen en terugpassen. Ondertussen moet ie nog steeds de bevelen van de andere speler volgen. Wissel af en toe vak koppel.
1. Tijdens het dribbelen van de bal veel liever drijven dan kleine tikjes geven. 2. Bij pass-oefeningen zorg ervoor dat het aannemen + passen (2x aanraken) is.3. Maak de oefeningen voor elk leeftijdscategorie uitdagend.4. Houd het strak. Geef de kinderen de kans om tussen de oefeningen door te kletsen, maar als de oefening start is het ook echt hockey.
This practice has no coaching points
This practice has no progressions
in more ways than one
sportplan_hockey
How did the Modern Olympics originally begin and why are they so culturally significant today?
The Professionalisation of Netball is changing the game. Here is how it is helping to develop the sport.
Scoring more goals is often the key to victory in netball. Here's how Sportplan can help you achieve this.
