InleidingDeze week de zesde week dat er getraind gaat worden in een topgroep en een normale groep. De topgroep houdt zich gedurende een uur bezig met de bovenste zijde van de afbeelding (oefening rood, zwart en oranje). Aan te raden is om met oefening rood te beginnen. De normale groep zal actief zijn in oefening geel, blauw en oranje. Elke oefening duurt ongeveer 15 min. Oefening roodF begint met een korte slalom en geeft dan een harde pass (slag / flats) richting A. A neemt de bal aan en sprint met de bal over de achterlijn, maakt ondertussen een liftje, trekt de bal tussen de twee pionnen door een rond af met een backhand flats. Oefening zwartF rent met de bal richting de eerste pion en kiest dan of hij/zij rechts of links om de pion gaat. Kiest hij/zij om rechts (vanuit spelers' gezichtsveld) om de pion te gaan mag de speler alleen de forehand gebruiken. Links alleen de backhand. Vervolgens bij de tweede pion ook diezelfde forehand/backhand gebruiken. Eerst met twee handen. daarna met maar één hand aan de stick. Na om de tweede pion te zijn gegaan versnelt de speler richting de cirkel en slaat op goal. Breidt de oefening uit door het slaan op goal te veranderen in een pass + tip-in bij de tweede paal. Na je voorzet loop je dan altijd door naar de paal om de volgende bal te tippen. Oefening oranjeF speelt een harde pass naar A1. A1 speelt een 2vs1 met A2 tegen D. A1 moet eerst een pass naar A2 spelen voordat hij/zij de cirkel in mag. A2 moet heel goed vrij lopen en mag niet buiten de cirkel komen. Als A2 de bal heeft aangenomen mag A1 de cirkel in om samen met A2 te scoren. Oefening geelPartijtje; 3 teams van 3/4 spelers. Team A begint en probeert bij Team D te scoren. Team F wacht achter het doel van Team A. Scoort Team A bij Team D krijgen ze één punt, pakt Team D een nieuwe bal aan gaat aanvallen op Team F (zij krijgen het doel van Team A). Als Team D de bal af pakt van Team gaan ze met diezelfde bal aanvallen op Team F. Team A gaat z.s.m. uit het veld en achter het doel staan van Team D. Pakt Team F de bal af van Team D of Team D scoort bij Team F, dan gaat Team F aanvallen op Team A. Etc. etc. etc. Oefening blauwF maakt een dummy, gevolgd door een trappetje. Hij/zij versnelt door naar de cirkel een slaat een bal naar de tweede paal, waar A de bal in tipt. Na je voorzet loop je door naar de paal aan jouw kant en krijg je een harde voorzet aangespeeld door de speler aan de andere kant. Belangrijk bij de dummy en het trappetje is dat de beweging echt in de achterste ruimte wordt gemaakt (zo staan de pionnen ook). Aan de andere kant doe je eerst een trappetje en dan een dummy. Zo kom je aan beide kant aan de buitenkant uit. Oefening groenMaak tweetallen. Elk tweetal heeft een ruit (4 pionnen). 3 van de 4 pionnen hebben een nr, bij de overige pion staat F. A staat in het midden van de ruit. F speelt 30 sec. lang ballen naar A toe. Voordat A de bal krijgt roept F steeds naar welke pion hij/zij moet rennen. Daar neemt A de bal aan en speelt de bal direct terug naar F. Maak het moeilijker door A een tweede bal te laten drijven naar de genoemde pion (ook nog steeds de pass ontvangen + terug passen naar F). Na 30 sec. wissel je. Varieer ook in de soort passes.
1. Tijdens het dribbelen van de bal veel liever drijven dan kleine tikjes geven. 2. Bij pass-oefeningen zorg ervoor dat het aannemen + passen (2x aanraken) is.3. Maak de oefeningen voor elk leeftijdscategorie uitdagend.4. Houd het strak. Geef de kinderen de kans om tussen de oefeningen door te kletsen, maar als de oefening start is het ook echt hockey.
This practice has no coaching points
This practice has no progressions
Here are the 5 ways that you can kickstart your 2025 in the correct way with Sportplan and make this the best coaching year you have had!
How did the Modern Olympics originally begin and why are they so culturally significant today?
The Professionalisation of Netball is changing the game. Here is how it is helping to develop the sport.